Voettocht naar Compostella

Een voettocht naar Compostella, beleefd door Freddy

Grote wandelingen maken, samen met vrienden en familie was voor mij altijd al een hobby. Het was echter na mijn pensioen, toen alles ineens een beetje stil viel, dat verschillende mensen mij aanraadden “Ga eens naar Compostella, dan kom je je eigen wel tegen”

Deze stap, neen, het waren heel veel stappen, veranderden mijn wereld, en de manier waarmee ik er tegen aankeek.

Het eerste deel , van thuis tot Vézelay bestond uit alléén lopen, toen meestal in de regen. Tegen de middag was ik leeg gelopen. Dan maar bidden om de verveling en de leegte te doorbreken. Het grootste probleem, nog groter dan de opkomende bleinen was “waar ga ik slapen ?”. Maar ’s morgens terug uitgerust, was het heerlijk de vogeltjes te horen fluiten en soms een hinde te zien wegspringen, weg door het grote Frankrijk. Eindelijk bereik ik Vézelay ,de mystieke kathedraal waar de relikwieën van Maria Magdalena zich zouden bevonden hebben. In de ochtendmis worden de pelerins bij naam naar voor geroepen. Wij krijgen een klein evangelie en een brood, net zoals de pelgrims in de 13e eeuw. En ook tegenwoordig vormen zich vanaf hier kleine groepjes en vriendschappen. Frankrijk is te voet plotseling een ander land geworden dan met de wagen. Niet 1000 maar 30 km worden mijn dagelijks normaal afstandsbereik. Daarna is het uitkijken en schooien om slapen te vinden, zodat er nog reserves over zijn , indien dit zou mis lopen. Ik kruis bossen , een dagreis groot en veel dorpjes, waar zelfs geen boulanger te vinden is, laat staan een hotelletje. Mijn tentje heb ik in Bourges moeten terugsturen naar huis, wegens beginnende tendinitis. Een rugzak van 20 kg is volgens de pharmacien dubbel te zwaar. Steden tracht ik te mijden als de pest, want ze zijn te druk en met warenhuizen die totaal onaangepast zijn aan behoeften van een pelgrim. Bij voorbeeld , wanneer mijn WC papier op is heb ik één nieuwe rol nodig , en geen groot pak van 8 rollen. Zelfde probleem wanneer mijn marseille zeep op is. In het grootwarenhuis mag ik met een grote rugzak niet binnen, maar er is geen plaats voorzien om deze veilig in bewaring te geven.

Eens de Pyreneeën over was het terug een totaal verschillende wereld : vanaf Spanje is alles super georganiseerd. De weg is goed aangeduid, de albergues goed uitgerust. Een eindeloos lint van jaarlijks duizenden pelgrims, waaronder ook veel jeugd, van overal ter wereld : Gelovigen, anders gelovigen en niet gelovigen.

Tot slot het toekomen, gelukkig en fier, maar toch een beetje ontgoocheld dat het voorbij was.

Wat ik onderweg leerde was dat de waarden van het hoofd : de logica, de wetenschap en de efficiëntie belangrijk zijn, zij hadden namelijk mijn vroeger leven totaal overheerst. Maar de waarden van het hart zijn nog belangrijker : Medeleven, vriendschap en het delen van alles.

Niet ik heb deze tocht tot een goed einde gebracht, maar wel de tientallen mensen die ’s avonds een vreemde, meestal natte, soms stinkende pelgrim binnen lieten om hem slapen en een douche aan te bieden.