Bezoek aan ISVAG in Wilrijk – 8 februari 2024
De verbrandingsoven ISVAG met de hoge schouw en “rookpluim” op de Boomsesteenweg te Wilrijk springt meteen in het oog. DF Brasschaat bracht er een bedrijfsbezoek. We leerden de Intercommunale voor Slib- en Vuilverwerking van de Antwerpse Gemeenten kennen als een milieuvriendelijk en circulair bedrijf. ISVAG verwerkt sinds 1980 135.000 ton/jaar huishoudelijk (niet recycleerbaar) restafval van meer dan 1 miljoen inwoners uit Antwerpen en de Antwerpse rand. De intercommunale IGEAN en Electrabel werden later partners.
De boodschap is om onze restafvalberg zo klein mogelijk te maken. Je kan groenafval, kledij, papier en karton, PMD, harde plastic, piepschuim, lege batterijen, metaal, glas, vlak glas, elektrische toestellen, giftig afval, hout, bewerkt hout, bouwafval en frituurvet apart aanbieden in het containerpark. Maar ook het voorkomen van afval, het hergebruiken en het recycleren ervan zijn erg belangrijk. Restafval storten is verboden in heel Vlaanderen, daarom wordt het verbrand.
We kregen uitleg over het verbrandingsproces dat ISVAG hanteert. Daarna werd het met veiligheidshelm en veiligheidsbril op een boeiende rondgang.
Vuilniswagens storten het niet recycleerbare restafval (ook van Brasschaat) na weging in de afvalbunker. Een kraanman mengt dit restafval met behulp van een reuzegrijper (doet je denken aan een kermis grijpautomaat) en stort het vervolgens gehomogeniseerd in de twee verbrandingsovens. Het valt op dat hier nog veel recycleerbaar materiaal toekomt dat eigenlijk op het containerpark thuishoort.
In die verbrandingsovens voltrekt zich dan het verbrandingsproces. Volcontinu wordt 24/7 het restafval zonder (noemenswaardige) toevoeging van (aardgas als) brandstof verbrand bij een temperatuur van 950°C tot CO2, zoutzuur, SO2, stikstof en (onvermijdelijk bij een verbrandingsproces) dioxines, furanen en zware metalen. In de controlekamer volgt men alles op schermen. Restafval wordt zo voeding en brandstof tegelijkertijd.
Als vaste fractie na de verbranding blijven as, stof en metalen over. Uit de as worden op weg naar de as-stortbunker met grote magneten de ferromagnetische metalen uitgehaald. Non-ferromagnetische metalen worden vervolgens mechanisch uit de as verwijderd. Beide metaalfracties worden in de metaalindustrie gerecycleerd. Ook de as (nog steeds 10 % van de restafvalfractie) is grondstof. Een Nederlands bedrijf produceert hieruit stoepstenen.
Het stof wordt dan neergeslagen in de elektrostatische neerslagfilters. Het stof en de dioxines, de furanen en de zware metalen uit het verbrandingsgas worden verwijderd over actieve kool in lange mouwfilters. Het verbrandingsgas wordt dan nat gewassen met kalkmelk en ureum zodat het zoutzuur en de stikstofoxiden er uitgaan. Dit was-proces leidt tot een flinke verlaging van de temperatuur van het verbrandingsgas. De warmte die vrijkomt bij het verbrandingsproces van het restafval wordt eerst benut om twee gesloten stoomcircuits op te warmen die vervolgens de bladen van twee stoomturbines aandrijven om twee alternatoren duurzame elektrische stroom te laten opwekken voor 20.000 gezinnen. Van stoom tot elektriciteit dus met restafval als brandstof. Een aanzienlijke besparing op de klassieke manier van energievoorziening (30.000 ton steenkool of 18.000 ton stookolie).
De overgebleven restwarmte levert warmte aan een warmtenetwerk dat het rondom liggende industriegebied Terbekehof van verwarming voorziet. Door deze optimale benutting van de gegenereerde warmte verlaat het verbrandingsgas de schoorsteen bij een temperatuur van slechts 65 °C. Daardoor condenseert het water bij het verlaten van de schoorsteen. De “rookpluim” is dus eigenlijk waterdamp!
Deze verbrandingsoven van ISVAG is nog tot eind 2027 vergund om restafval te verwerken.
Onze gids vertelt dat de ligging van een afvalverbrandingsbedrijf in een woonzone absoluut te verantwoorden is. Logistiek gezien is het een ecologisch en economisch voordeel dat de aanvoer van restafval over niet al te lange afstand moet gebeuren. De ligging in Wilrijk bijv. is veel beter dan in het veel verder afgelegen havengebied. In Wenen en andere Europese steden liggen er ook afvalverbrandingsovens midden in de stad. De benutting van restwarmte in een warmtenetwerk is ook maar betekenisvol in een woonomgeving. Samengevat: ISVAG doet zijn best om voor alle restproducten een economisch rendabele en ecologisch verantwoorde oplossing te bieden.
Kris Empereur
Toast Literair met Roxane Vandenberghe over ‘de Regenboog van de Vlaamse dialecten’- 21/01/2024
Zowat 75 Davidsfondsleden zijn zondagmorgen vroeg aanwezig voor een lekker ontbijt en een verhaal, vol humor, gebracht door een enthousiaste verteller. Roxanne Vandenberge komt er rond voor uit dat ze dialect spreekt, dat van Adinkerke. Hoewel het dialectgebruik en de kennis ervan in Vlaanderen sterk achteruit gaan ten voordele van de tussentaal en de standaardtaal is er toch een dialect renaissance bezig. In een leefwereld die groter wordt, verengelst en globaliseert, is het unieke dialect dat je spreekt iets om trots op te zijn, een stukje erfgoed dat je niet graag verloren wilt zien gaan en je verbindt met de gemeenschap waarin je leeft.
Roxane ruimt heel wat misverstanden op over onze Vlaamse dialecten. Eén ervan is dat het dialect een verbastering zou zijn van de standaardtaal. Het is verrassend genoeg net omgekeerd. De Nederlands standaardtaal is immers een kunstmatige taal die haar oorsprong kent in de 15e, 16e eeuw. Onze tussentaal is ontstaan door het verdwijnen van de dialecten. Minder dan vroeger kennen mensen nog dialectwoorden, bijv. voor fauna, flora en oude beroepen.
We gaan – samen met Roxane – op zoek naar leuke voorbeelden om de verschillen in uitspraak en klanken tussen de drie grote dialectfamilies in het huidige Vlaanderen te illustreren, nl. het Vlaams, het Brabants en het Limburgs. Isoglossen (kleine, systematische taalverschillen die dialecten begrenzen) lopen in Vlaanderen vooral van noord naar zuid. We krijgen tientallen boeiende weetjes en verrassende lijstjes, in een originele vormgeving met taalkaarten en plezante illustraties uit de Atlas van het dialect in Vlaanderen.
Wist je bijv. dat bloedworst in het Brabants (of Antwerps) beuling heet? Beuling komt van het Middelnederlands ‘bodel’ dat darm betekende. Of dat paddenstoelen ook wel ‘toveressenbrood’ genoemd werden.
Of nog dat Antwerpenaren meestal ervan overtuigd zijn dat ze geen dialect praten?
Probeer tenslotte volgende zin eens in je dialect uit te spreken. ‘Klein, zwart paard met korte staart uit … zoekt grote grijze muis om zijn haar te borstelen en zijn groene vensterluiken (blaffeturen) te schuren.’ Je zal snel de verschillen opmerken tussen je dialect en dat van je vriend of vriendin in West-Vlaanderen of Limburg. Wie meer wil weten, kan snuisteren of gaan horen op www.dialectloket.be.
Guido Serpieters deelt zijn impressies over de boeiende lezing tijdens Toast Literair.
Voor velen is het lappendeken van de Vlaamse dialecten een vanzelfsprekendheid. Roxanne Vandenberghe bracht met haar lezing structuur en inzicht. Eerst ruimde ze hardnekkige misverstanden uit de weg. Dialect is geen minderwaardig en verbasterd Nederlands. Evenmin is algemeen verspreide tussentaal de oorzaak van het teloorgaan van dialecten. Veeleer ligt (sociale) mobiliteit en opleiding aan de basis van die evolutie.
Vandaag wordt het Standaardnederlands in formele contexten en de tussentaalvariant in familiale of informele omstandigheden erkend. De grondige kennis van dialectsprekers is er overal op achteruit gegaan en blijkt enkel nog in West-Vlaanderen het beste stand te houden.
Linguïstisch veldwerk aan de Gentse universiteit heeft de Vlaamse dialecten samengebracht in ‘de Atlas van dialecten in Vlaanderen’. Dialectologen hebben met geluidsopnamen en enquêtes het bronmateriaal voor dialectstudie gearchiveerd en veiliggesteld. Het maakte de analyse van de verspreiding van kenmerkende uitspraak, grammatica en woordenschat mogelijk.
Roxanne deed een beroep op de aanwezige dialectkennis van de toehoorders en verbond zo hun taaluitingen met hun geografische herkomst. Daarna duidde ze de historische basis van onze dialecten met o.a.de Saksische invloed in West-Vlaanderen of de Duitstalige invloed in Limburg.
In de wetenschappelijke praktijk wordt dialectisch klank- en woordgebruik door middel van kaarten gevisualiseerd. Isoglossen geven grenzen aan waar dialecten significant van elkaar verschillen. Zo komt dan de streekgebonden uitspraak voor put/pit of de kleurrijke diversiteit voor het woord ‘schommel’ naar voren. Uit die verticale breuklijnen blijkt, dat er drie dialectische taalfamilies te onderscheiden zijn: de Vlaamse (Oost-, West-, Zeeuws- en Frans-Vlaanderen), de Brabantse (in Brabant, Antwerpen en Noord-Brabant) en de Limburgse dialectgroep.
Daarmee toonde Roxanne met wetenschappelijke criteria aan, hoe dialecten – ook het Antwerps – niet als taal op zichzelf staan, maar wel degelijk deel zijn van een groter geheel, waarbij een horizontale landsgrens eerder arbitrair is.
Het dialect uit Brasschaat klinkt zo: https://www.dialectloket.be/geluid/stemmen-uit-het-verleden/zoeken/
En dan nog dit. Zonder jullie zou het niet gelukt zijn. Dank aan alle aanwezigen voor de gezellige morgen en een grote dank je wel aan alle helpende handen. Boodschappen doen, fruitsla maken, de zaal klaarzetten, het buffet mooi schikken, afwassen, opruimen en stofzuigen en al die andere klusjes: het hoort allemaal bij een geslaagde Toast Literair.
Lezing – De geuren van de kathedraal’ – Wendy Wauters – 11/01/2024
Lezing – Verrukkelijke turbulentie: de ‘kunsten’ van James Ensor in een nieuw perspectief – Herwig Todts – 07/12/2023
Je kan er niet naast kijken in de krant en op de sociale media. Het Ensor-jaar is van start gegaan. Reden genoeg voor Davidsfonds Brasschaat om onze dorpsgenoot en Ensor-expert Herwig Todts uit te nodigen. Hij nam ons mee in een lezing over ‘de verrukkelijke turbulentie’ in het werk van deze kunstenaar uit Oostende. Herwig Todts wilde één en ander rechtzetten van de mythes die over Ensor de ronde doen. Een avond ‘fact checking’ dus. Geen indianenverhalen, wel verrassende uitkomsten. Herwig Todts schetste een rijk gestoffeerd beeld van ‘een deeltijds, multimediaal kunstenaar op verplaatsing tussen Brussel en zijn thuisstad Oostende’. We kregen ook uitleg over Ensors maatschappelijke en artistieke opvattingen. Alles toegelicht aan de hand van Ensors briefwisseling en schilderijen. Ensor was zijn hele artistieke leven lang een innovatieve kunstenaar en de leidraad om zijn werk beter te kunnen vatten is die ‘verrukkelijke turbulentie’. Ensor zocht altijd nieuwe invalshoeken voor zijn werk. ‘Zijn werk is heel krachtig zoals zijn maskers die een beeld schetsen van een niet al te fraaie mensheid. Hij smacht in zijn stillevens naar gelukzaligheid in de schoonheid van alledaagse dingen, in licht en kleur. Maar in zijn werk zit altijd een element dat toont dat het allemaal niet echt is, altijd een vleugje humor.’ Laat je verleiden: Ensor blijft verrassen en is meer dan de moeite waard om zijn werk te (her)ontdekken. ‘De Intrede van Christus in Brussel’ is te fragiel om uit het Getty-museum in Los Angeles naar Antwerpen te komen. Dicht bij huis, in het KMSKA bevindt zich wel – met 40 schilderijen en meer dan 600 tekeningen – de grootste Ensor-collectie ter wereld.
Lezing – Jacques Haers: ‘Laudato Si’’ en ‘Laudate Deum’ – 28/11/2023
Jacques Haers s.j. is een inspirerend spreker. Hij nam ons mee in het verhaal dat de encycliek Laudato Si’ en de brief Laudate Deum van de hand van paus Franciscus vertellen. Laudato Si’ of ‘Geprezen zijt gij’ verwijst naar het loflied op de schepping van Franciscus van Assisi. De paus brengt daarin het ecologische en het sociale vraagstuk samen in een integrale ecologie. In het Zonnelied herinnert Franciscus ons eraan dat de aarde ons gemeenschappelijk huis is. Alles op aarde is verbonden: mens, dier, kosmos, de Liefde die alles bijeenhoudt, God. De paus spreekt met opzet mensen van alle overtuigingen aan. Laudate Deum is een aanvulling op deze encycliek. De situatie is acuter dan ooit. Het grootste probleem is de ideologie die geobsedeerd is door de groei van menselijke macht tot het onvoorstelbare.
Beide documenten zijn de eerste grote documenten over ecologie vanuit de katholieke Kerk. Voor ons was het horen en ‘kauwen’ op deze materie. Maar J. Haers was verduidelijkend en helder in zijn betoog. De invalshoek ecologie is belangrijk. Het is niet zomaar een zijweggetje. Het geeft echt dynamiek aan de teksten.
Drie zaken die ik die avond hoopvol naar huis heb meegenomen:
- Het perspectief van de teksten is met deze paus fundamenteel anders dan vroeger. De Kerk wil niet langer alles opleggen van bovenuit. De echte vraag is: Hoe is God aan het werk in de mens tegenover mij, in de natuur waarin ik leef. En wat zegt God mij door die mens en dan gaan we praten.
- Reconciliatie of verzoening is zeer belangrijk voor deze tijd. Het gaat om verzoenen van wie uiteen geraakt zijn. Kunnen we ons terug verzoenen met de natuur waarin we leven en ook met de mensen daarin? We zouden in gesprek moeten gaan met de natuur waarin we leven. We moeten verschuiven van ‘controle’ en ‘ik weet het beter’ naar echte aandacht voor de natuur, naar haar stem.
- In geven en nemen bouwen we een gemeenschap op die echt laat zien waarop het aankomt. En dat zie je bij het evangelie. Het vertelt verhalen die je altijd interpreteert op verschillende manieren. Iedereen leeft anders, ervaart andere dingen. Dat is verrijkend en helpt ons vooruit.
Een hoopvolle boodschap in deze tijd van het jaar.
Ludo Abicht: Van wie is ‘het Beloofde Land’? Een pleidooi voor historisch inzicht en meer humanisme – 22/11/2023
Op woensdag 22 november kwam het Davidfonds-publiek in grote getale naar de lezing van Ludo Abicht luisteren in het auditorium van het Sint-Michielscollege. De complexiteit van het Israëlisch-Palestijnse conflict deden velen hopen op enige verheldering van de ongemeen problematische actualiteit.
Ludo Abicht begon met het geweld aan beide kanten scherp te veroordelen. Hij voegde er aan toe dat het Palestijnse probleem lang genegeerd werd door de wereld en nu wel terug op de kaart gezet was door Hamas.
Hij schetste daarna de ontstaansgeschiedenis van het land Israël met de conflicterende posities als gevolg ervan. Historisch ontstond Israël vanuit een seculiere beweging (zionisme) en het verlangen naar veiligheid in een autonome natiestaat (bevrijdingsbeweging na WO II). De confrontatie met en de verdrijving van de tot tweederangsburgers gedegradeerde Arabische bevolking door landroof en insluiting binnen Gaza en de Westelijke Jordaanoever zijn de oorsprong van veel kwaad bloed.
Waar de Palestijnen aanvankelijk door politieke en militaire actie verrast waren (cfr. de oorlogen van 1948,1967), zijn ze inmiddels cultureel, sociaal en militair meer op zichzelf aangewezen. Dit bewijzen de intifada’s I en II. Voor de Palestijnen is het nu wel duidelijk dat ze weinig van de VN of van ‘bevriende’ Arabische staten te verwachten hebben.
De belangrijkste reden voor de politieke patstelling is ondertussen dat de positie van beide kampen fundamenteel op religie gebaseerd is. De rechtvaardiging van bezetting of militaire actie-reactie wordt steeds meer vanuit de Thora en de koran bevestigd.
Aan beide zijden is confrontatie en extremisme aan de orde van de dag. Er is een dubbele politieke vaststelling. De extreme Israëlische, ook rechts-orthodoxe posities krijgen legitimiteit in een parlementaire democratie. Daarnaast keldert het extreme geweld van Hamas zowel prille democratische processen in de Palestijnse gebieden als pogingen tot verstandhouding.
Abicht hield geen neutraal wetenschappelijk discours, maar was een vurig pleitbezorger voor humanistisch respect voor de slachtoffers van beide strijdende partijen. De Palestijnse én Israëlische bevolking gaan gebukt onder de desastreuze gevolgen van geopolitiek of terrorisme en nemen elkaars burgerslachtoffers voor lief.
Samengevat: zowel de daden van Hamas als van het Israëlische leger zijn ondertussen politiek en religieus gemotiveerd. De wederzijdse afkeer, die tot uiting komt in woord en daad, zorgt voor escalatie en de totale politieke impasse.
Er is bijgevolg weinig hoop op een duurzame twee-statenoplossing. Ludo Abicht sprak zijn hoop uit dat de strijdende partijen misschien zouden kunnen evolueren naar een haalbare vorm van confederale staatsstructuur. Pas veel later, “na mijn dood” gloort de mogelijkheid van “een moderne staat met dezelfde rechten en plichten voor alle burgers.”
Guido Serpieters
Bezoek aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde, de Sint-Walburgiskerk en het Liberaal Volkshuis in Antwerpen
Drie groepen Davidsfondsleden brachten in de herfst een bezoek aan de wijk van het Tropisch Instituut in Antwerpen. Marc Helderweirt vertelt.
Nieuwsgierig naar wat we konden verwachten. Want we kennen allemaal dat grote modernistische art-deco gebouw met zijn geelachtige gevel in de Nationale Straat, maar daarbij was het altijd al gebleven.
Een eerste verrassing was dat in de zijstraat de beschermde gebouwen van het vroegere Kartuis- en kapucinessenklooster nu herbestemd zijn voor het Instituut. Het gebouw kreeg een ‘zachte’ restauratie met zoveel mogelijk behoud van het waarde-volle verleden, met goed assorterende hedendaagse elementen. De kapel onderging de zwaarste ingrepen. De ombouw werd een heel mooi auditorium met behoud van het grootse ruimtegevoel.
Onze gids, Dirk Vermeiren, schetste het ontstaan en de vroegere en huidige werkzaamheden van het Instituut voor Tropische Geneeskunde en van het grote gebouw dat nu bijna honderd jaar oud is. Het ITG evolueerde van ‘School voor Tropenziekte’ voor artsen en verpleegkundigen voor de Belgische kolonies naar een instelling met wereldreputatie op het vlak van onderwijs, onderzoek en expertise in de tropische geneeskunde.
We bezochten vervolgens het interieur zelf van het Instituut. We stelden vast hoe bijzonder, en zelfs in vele details verfijnd uitgewerkt en versierd met kunstwerken, dit art-deco gebouw werd opgetrokken en sindsdien nauwelijks veranderd is.
Het gezamenlijk middagmaal in een gezellige brasserie in de buurt was een mooie gelegenheid om andere DF-leden beter te leren kennen bij een aangename babbel.
Daarna trokken we naar de nabijgelegen Sint-Walburgiskerk. Deze moderne kerk werd door Flor Van Reeth volledig tussen de aanpalende huizen ingebouwd. Je loopt er voorbij zonder te beseffen dat dit de gevel van een kerk is. Maar wat voor een kerk! Een groots en prachtig modernistisch interieur. De gids vertelde over de bijzondere glasramen van Eugeen Joors, over de heilige Walburgis uit Engeland, over de oude verdwenen Sint-Walburgiskerk aan de Schelde ter hoogte van het Steen en over deze nieuwe kerk van 1936 op het Zuid.
Het derde luik van onze uitstap was de gedetailleerde uitleg over de gevel van het vroegere Liberaal Volkshuis, tegenover de kerk. Hier is vandaag de Steinerschool Hibernia gevestigd. de Architect Rutger Steenmeijer, die de leiding had over de werken bracht de moeilijke restauratiegeschiedenis van deze prachtige voorgevel in beeld.
Samengevat: het was een bijzondere en geslaagde activiteit.
Terugkomavond Lake District
Huis Architect Renaat Braem in Deurne
Op zaterdag 8 juli werden we bevlogen gegidst door het Huis van Renaat Braem in de Menegemlei in een rustige wijk van Deurne aan het Boekenbergpark.
Het zal schrikken geweest zijn voor de buurtbewoners in de meestal burgerlijke huizen toen ze de plannen van architect Renaat Braem van 1955 zagen. In 1958 namen Renaat en zijn echtgenote, grafisch kunstenares Els Severin hun intrek in dit bizarre huis in modernistische, brutalistische stijl. Er was meer dan één bouwaanvraag nodig eer de woning er mocht komen. Maar ze is zeker één van de interessante uitingen van naoorlogse residentiële architectuur in België. De woning met architectuur-atelier is een sober en strak uitgewerkt bouwvolume in halfopen bebouwing met een kleine, maar mooie tuin. De cesuur met het buurpand is zonder meer frappant. Vanop de straatkant en ook vanuit de tuin vallen de grote vensterpartijen op. Binnenin geeft dit véél lichtinval. De architectuur binnenin kanaliseert dit licht ook zeer goed met spiegels en adequate kleuren van de binnenbekleding.
Onze gids zette Renaat Braem in beeld als architect van onder andere de politietoren aan de Oudaan (Antwerpen), de woonwijk Arena (Deurne), het rectoraatsgebouw van de VUB de gemeentelijke bibliotheek in Schoten, de hoogbouwwijk Sint-Maartensdal (Leuven), de Vleeshuiswijk in Antwerpen, de Braemblokken van het Kiel en de Luchtbal. Maar Renaat hielp ook bij de restauratie van de windmolen op Sint-Anneke (Antwerpen). En na wat googelen ontdekte ik ook dat Renaat Braem de jeugdherberg Gagelhof te Zoersel ontwierp. Kortom hij was een begaafd en veelzijdig architect.
Renaat Braem was een visionair architect. Hij werkte als stagiair in het atelier van de Franse architect Le Corbusier. Renaat noemde de Belgische (wan)ordening “het lelijkste land ter wereld”. Hij noemde zijn eigen woning “het schoonste land ter wereld”.
Renaat Braem was echt sociaal bewogen. Hij was ervan overtuigd dat hij de mensen tot een hoger niveau kon tillen door de architectuur, zowel plaatselijk met privéwoningen als grootschaliger door stadsplanning. Licht en leegte speelden daarbij een grote rol. In de woning zijn het architectuur-atelier en het woongedeelte strikt gescheiden van elkaar: het atelier op de begane grond (eigenlijk half verzonken in het 0-niveau als souterrain) en het woongedeelte op de twee bovenverdiepingen. De inrichting is functionalistisch en praktisch.
Renaat Braem speelt in zijn woning met lichtinval, materialen (staal, beton, houtsoorten), kleuren (grijs, rood, geel, blauw, groen). Het Japanse architectuurgegeven van één grote lichtschacht (tokonoma) is ook zeer belangrijk. Dat contrasteert dan weer met de brutalistische blootheid van open kokers met leidingen voor nutsvoorzieningen (gas, water, elektriciteit) in door technici gekende functionele kleuren. Opvallend waren ook de zitstoelen van top-design: Arne Jacobsen, Osvaldo Borssani.
De enige toegift die Renaat Braem aan het concept functionaliteit deed, was dat hij in zijn ontvangstruimte voor klanten (zijn kantoor) aan de wand achter zijn stoel een ware bonbonnière van reismemorabilia had hangen. Misschien om zijn klanten te doen dromen van een toekomstige droomwoning?
In 1999 schonk Renaat Braem zijn woning bij leven aan de Vlaamse Gemeenschap. Na rijp beraad werd besloten om het huis te behouden als huismuseum. Na het Horta-huis in Brussel is dit het tweede initiatief van die aard in België, en het eerste voorbeeld van naoorlogse architectuur.
Oosterweelsafari
Bezoek Oosterweel werken / de bouwwerf van de eeuw / 29 juli – 3 augustus
Met een volle bus vertrokken we uit Brasschaat naar de Oosterweel werken.
We werden hartelijk ontvangen met koffie en thee en als extra een versnapering uit eigen keuken. Voor ‘Veiligheid voor alles’ kwam iedereen met lange broek en begon het avontuur met het passen van professionele veiligheidsschoenen, een helm en een hesje met ‘bezoeker’ erop.
Gerlinde Dhondt, de werfcomunicator van LANTIS, nam ons mee in het fascinerend en complex verhaal van mobiliteit en duurzaamheid. LANTIS staat voor: L: leefbaar, ANT: Antwerpen, I: innovatie, S: samenwerking. Indrukwekkend om het verhaal van Oosterweel van achter de schermen te zien, te horen en beter te begrijpen.
Antwerpen, een agglomeraat van 1,5 miljoen inwoners met de 2e grootste haven van Europa en een belangrijk knooppunt in het Europese wegennetwerk loopt al een tijdje vast. De ring van autowegen rond Antwerpen is nog niet gesloten. Oorspronkelijk was het plan om met de Lange Wapper brug de cirkel rond te maken. Diverse burgerinitiatieven hadden bezwaren. Zij eisten meer leefbaarheid en duurzaamheid, naast economie en automobiliteit. De overheden en de burgers kwamen samen tot een nieuw plan. Alleen al dit proces is een experiment van nieuwe democratie dat inspireert voor de toekomst. De burger kwam mee aan de tekentafel en er werd ingezet op de auto onder de grond, deels door overkapping van de bestaande ring (waardoor de stadsdelen door parken weer verbonden raken met elkaar) en door tunnels om de waterwegen te kruisen. De Lange Wapper verdween.
Er is het stoutmoedige plan om de burger uit de auto te lokken: vier architectonisch te waarderen park-and-rides, een opwaardering van het openbaar vervoer, de oranje LANTIS elektrische deelfiets (ook in Brasschaat te zien en recent de 50.000ste rit), fietspaden en fietsostraden en de optimale afstemming op elkaar van deze drie. Er is veel uit de kast gehaald om 50% van het autovervoer om te zetten naar deze nieuwe en groene mobiliteit.
Na het beeldverhaal in de bouwkeet ‘Keet ’t Zand Rinkoniên’ vertrokken we met Gerlinde, veilig in onze bus, om de bouwwerken zelf te gaan verkennen. Het hele project toont in alle details aandacht voor de uitvoering: prachtige geluidsmuren in transparant glas, geluiddempend hout en wallen met groen en bloemen, overal de terugkerende afscheidingen van staal gevuld met stenen. De grondige aanpassingen aan bestaande infrastructuur sluiten aan bij de huidige tijd. Recyclage van gebruikte bouwmaterialen en zorg voor onze omgeving: vegetatie, dierenwelzijn (ecoducten), wachtbekkens voor insijpeling van regenwater en waterzuivering zijn vandaag een onderdeel van het ’Oosterweel Project ’. Met verbazing en bewondering hoorden we de uitleg over de afbraak van het viaduct van Merksem en hoe er een tijdelijk een nieuwe weg naast het viaduct wordt gebouwd, een ‘bypass’, om de verkeershinder te beperken. Dit was het moeilijkste en spannendste onderdeel van het hele project. Ingenieus gevonden om de verkeershinder te beperken.
Door de verlaagde rijsnelheid en een nieuwe wegdektechniek wordt het stiller voor bewoner en bestuurder. Het project is zeven jaar geleden gestart, COVID-19 en PFOS brachten bijzondere uitdagingen en mogelijkheden. We lazen op de werf de gedetailleerde veiligheidsinstructies rond PFOS.
En het financieel plaatje? In het projectdeel dat wij bezochten gaat 400 miljoen euro naar autowegen en viaducten en 200 miljoen naar duurzaam vervoer en natuur. In totaal gaat het om 5,5 miljard euro voor het ganse project. De kosten van de PFOS-sanering wordt doorgestuurd naar 3M. De rest voor de belastingbetaler? Nee, de leningen worden afgelost door de tolgelden van de tunnels.
Hier willen we meer van horen en zien de komende jaren. Met Gerlinde keken we al naar de mogelijkheid van een vervolgbezoek.
www.oosterweelverbinding.be / vlaanderen.be/mobiliteit-en-openbare-werken/wegen/het-toekomstverbond-verzoent-mobiliteit-en-leefbaarheid
Oosterweeluitstap van 29 juni 2023
Oosterweeluitstap van 3 augustus 2023
Meerdaagse reis naar het Lake District en York in Engeland
Dauwwandeling
We waren met 18 vogelliefhebbers zeer vroeg in de ochtend (om 5 uur, jawel) aan de uitkijktoren te Kalmthout voor weer een fantastische dauwtrip op ook dit jaar weer 1 mei. Op 1 mei is het om 5 uur nog stekendonker en horen we op onze twee uur durende wandeling de vogels één voor één wakker worden met hun gekoekoek, gekwetter, getsjirp of gefluit.
Ik moet in verband met deze Davidsfonds Brasschaat activiteit twee zaken eerlijk bekennen. Vooreerst dat ik van die vliegende fauna niet erg veel ken.
Maar ik ga elk jaar mee, gewoon voor de sfeer en ik geniet intens van de bevlogenheid van de echte wél-kenners en de gids.
Natuurgidsen zeggen altijd: “Als je weer één wetenswaardigheid van deze wandeling onthoudt, dan is het al weer best OK”. Ik heb dit jaar opgestoken dat niet migrerende vogelsoorten dialecten ontwikkelen en dat migrerende soorten de eenheidstaal behouden zonder dialecten.
Maar ik vond ook de uitleg over planten op dit gebied omheen Stappersven interessant. En ook de inspanningen van Natuurpunt om de exoot rodondendron uit te roeien met heel veel mankracht.
Ondertussen priemde het zonnetje stilaan en kondigde een mooie verder dag aan. Het werd steeds lichter.
Mijn tweede bekentenis is dat ik erg verlekkerd ben op een ontbijt met spek en eieren in aangenaam gezelschap. Annemie en Egbert, het was ook dit jaar weer “Tik tok” in orde! “Beuh!”: het varkentje met zijn lange staart van het spek.
Lezing: Vrouwen van Vlaanderen – Véronique Lambert
Op 27 april was de avondlezing gewijd aan Vrouwen in Vlaanderen.
Véronique Lambert legde in haar betoog de klemtoon op de belangrijke inbreng van vrouwen in de geschiedenis van het Graafschap Vlaanderen van de 9e eeuw tot 1525.
Als echtgenote, dochter of weduwe hebben vrouwen steeds veel invloed gehad op het politieke en religieuze beleid in die periode.
Zo is er Judith die huwde met Boudewijn I met de IJzeren Arm, de eerste Graaf van Vlaanderen.
Door toedoen van de landvoogdes Margaretha Van Oostenrijk werd de feodale band tussen het graafschap Vlaanderen en de Franse kroon definitief doorgeknipt in 1525.
De spreekster illustreerde haar betoog met afbeeldingen van de betrokken vrouwen. Het was een boeiende roller-coaster doorheen 7 eeuwen Vlaamse geschiedenis.
Joods leven te Heide-Kalmthout (gids Hans Geldhof)
Heide was oorspronkelijk een bijna onbewoond gehucht van Kalmthout. Tussen de twee wereldoorlogen kende Heide echter een ware toevloed van joodse mensen. Dit heeft een wezenlijke bijdrage geleverd in de explosieve groei en bloei van het dorp Heide. Tijdens het interbellum waren er minstens 700 ingeschreven joodse inwoners. Waarschijnlijk waren het er zelfs meer. Ook kwamen vele honderden joodse toeristen tijdens de weekends en tijdens de zomermaanden naar Heide. Eind jaren ’20 bouwden zij een mooie synagoge. Hans vertelt ons dat er toen in Heide nog geen kerk stond! Dit was in België de enige synagoge buiten de stad. Spijtig dat ze in zeer vervallen staat is. Doordat het eigendomsrecht erg versnipperd is onder 70 erfgenamen van de oorspronkelijke eigenaars is aankoop voor restauratie een bijna onoverkomelijke klus. We wandelden ook langs een Jeshiva, een hogeschool voor de Talmoedstudie, de allereerste in België. Hans vertelt ons dat er les was van 6 uur ’s ochtends tot 9 uur ’s avonds aan groepen studenten. Studenten leerden de Talmoed uit het hoofd. Er kwamen vele buitenlandse joodse studenten studeren in Heide. Die verbleven dan op kot in studentenhomes.
Verschillende hotels waren ook specifiek gericht op joodse toeristen. Vele pensionnetjes en kamers bij gewone burgers hadden joodse gasten.
Vóór en tijdens de Tweede Wereldoorlog vertrokken vele joden uit Heide en Antwerpen in diaspora. Maar 37 achtergeblevenen werden tijdens razzia’s in Heide door de Duitsers opgepakt en naar vernietigingskampen gestuurd. We horen van Hans ontstellende getuigenissen van zijn onderzoek bij interviews van terug keerders en hun nazaten uit heel de wereld.
95 jaar FEEST DAVIDSFONDS BRASSCHAAT
Onze vereniging bestaat 95 jaar! Dat hebben we met de nodige luister en met veel plezier samen gevierd. Annemie Jasperse verwelkomde onze leden en verschillende van onze schepenen op deze feestelijke dag. We genoten van een heerlijk zondags buffet en toasten op onze verjaardag. Annemie hield een korte toespraak, een ode aan de warmte en vriendschap die mensen in onze vereniging bij elkaar vinden. Annemie zette ook het bestuur van Ons Middelheem in de bloemetjes. Dank zij hen is deze zaal onze vertrouwde stek geworden. We kregen complimenten van Carla Pantens, de schepen van cultuur in Brasschaat en Marc Helderweirt schetste de geschiedenis van 95 jaar Davidsfonds Brasschaat. Freddy Bernaerts vertolkte de stem van onze leden, altijd blij met onze verrijkende lezingen, verenigingsuitstappen en reizen. De opbrengst van onze confituurverkoop vertaalde zich in een cheque van 1500 euro voor de sociale kruidenier in Brasschaat.
Na de middag genoten we van het samenspel van gedichten en muziek van Hans Depelchin en de muzikanten van de Filharmonie.
Een woordje van Freddy Bernaerts
Beste mensen allemaal,
Ik zou u even willen spreken over hoe een doodgewoon eenvoudig Davidsfondslid , hetgeen ik ben, het DF Brasschaat nu ervaar.
Ik tracht dus te kijken naar DF Brasschaat met de ogen van u allemaal. Dit is wel niet zo eenvoudig ! Maar laat me u daarom, simpelweg, beginnen te vertellen hoe ik bij het DF terecht ben gekomen. Ik zag dat er interessante lezingen werden gehouden hier in DF Brasschaat. Toen ik deze lezingen ging volgen, bemerkte ik echter , dat er ook talrijk interessante mensen in het DF waren.
Daarna sloten Mia en ikzelf ook aan bij talrijke zeer geslaagde daguitstappen, meestal met een culturele achtergrond. Er waren er teveel om hier allemaal op te noemen.
Bij alle activiteiten was steeds het sociale een verbindend en een vast gegeven.
“Last but not least” waren er, en zijn er, de jaarreizen, door DF Brasschaat ingelegd. Ook deze brachten onze DF leden dichter bij elkaar.
- De reis naar de Hansesteden opende onze ogen voor een ander Duitsland, met onze steden verbonden door eeuwenoude handelswegen.
- De “Evening Songs” in de kathedraal van Wells, Z-England, zullen ons eeuwig bijblijven.
- Ook het oostelijk deel van Duitsland was beklijvend met Goethe , Bach en Luther. Maar zeker ook het bezoek aan een Stasi gevangenis zullen we niet gauw vergeten.
- En dan vergeet ik nog de heerlijke momenten in Bourges te vermelden en zoveel andere plaatsen
Maar hoe zou het nu komen dat al deze activiteiten hier in Brasschaat , zo boeiend zijn, en zo een enorm succes hebben.
Ik denk, en ik hoop dat jullie het hier met mij volledig eens zijn, dat dit is omdat het Bestuursteam zo buitengewoon hard zijn best doet, en dit doet door zich met hart en ziel belangeloos in te zetten.
Daarom wil ik hier nu voor Annemie en héél het bestuursteam een zeer groot daverend applaus te vragen.
Plaats een Reactie
Wil je graag reageren op iets wat je op onze website hebt gezien?Plaats je reactie. Na goedkeuring komt je reactie op onze website!